10.1. Leefloon

Laatst bijgewerkt : 01/10/2024

Ja, als je aan de volgende voorwaarden voldoet:

Om een leefloon te krijgen, moet je aan zes voorwaarden voldoen1: (zie 2.2. Wat zijn de zes voorwaarden om recht te hebben op maatschappelijke integratie? en 2.2.2. Wat betekent de voorwaarde van nationaliteit of verblijf?)

1. Je bent Belg of een buitenlander met een wettelijk verblijfsrecht in België (zie 10.4. Ik ben een student van buiten de Europese Unie en ik vraag sociale bijstand aan. Welke gevolgen heeft dit voor mijn verblijfsvergunning?)

Europeanen moeten een verblijfsvergunning van meer dan drie maanden hebben. 

(zie ter aanvulling: 10.3. Ik ben een Europese student en ik vraag het leefloon aan (of heb het al). Welke gevolgen heeft dit voor mijn verblijfsvergunning?)

2. Je moet je vaste en werkelijke verblijfplaats in België hebben;

Je moet vast en werkelijk in België wonen en er legaal verblijven. Er zijn echter uitzonderingen, zoals de voortzetting van je studie in het buitenland in het kader van een Erasmusprogramma bijvoorbeeld. Je kunt ook met vakantie gaan.

 (Zie 2.2.1.2. Mag ik in het buitenland verblijven?)

3. je moet meerderjarig zijn of daarmee gelijkgesteld zijn;
(zie 2.2.3. Wat betekent de voorwaarde van leeftijd?)

4. Je moet onvoldoende middelen hebben (zie 2.2.4. Wat betekent de voorwaarde onvoldoende middelen te hebben?)

5. Je moet werkwillig zijn. Het belangrijkste is over het algemeen te kunnen aantonen dat je “actief” op zoek bent naar een job, d.w.z. dat je bewijst dat je er alles aan doet om een baan te vinden, tenzij gezondheids- of billijkheidsredenen je daarvan weerhouden.

Zie 2.2.5.1. Wat verstaan we onder de voorwaarde werkwillig te zijn?

Een billijkheidsreden is bijvoorbeeld de omstandigheid dat je je studie voortzet of hervat. In samenspraak met het OCMW dat het project van de (voortgezette) studie aanvaardt, moeten studenten hun motivatie bewijzen door aan te tonen dat ze een zekere aanleg en studie-ijver hebben en dat de opleiding hun toekomst verbetert.

De gekozen studie moet aan bepaalde voorwaarden voldoen:

– de kans op integratie in het beroepsleven vergroten: de gekozen studie moet een grotere kans geven op een job (het staat de studenten vrij om een studie te kiezen, maar die zal besproken worden met het OCMW, dat een perspectief op middellange of lange termijn moet hebben door na te gaan of de betrokkene zal kunnen profiteren van de voordelen verbonden aan de gevolgde studie);

– een studie met volledig leerplan zijn: het mag geen deeltijds onderwijs of onderwijs voor sociale promotie zijn en de studenten moeten ingeschreven zijn voor het hele academiejaar;

– de onderwijsinstelling moet erkend zijn door de Gemeenschappen in België.

Als student ben je dus vrijgesteld van de voorwaarde “werkwillig” te zijn, maar die kan toch nog gedeeltelijk van toepassing zijn: In principe moet je bereid zijn om deeltijds te werken, d.w.z. je moet bewijzen dat je op zoek bent naar een studentenjob en dat je werkwillig bent, als dat voor jou mogelijk is.

Een studentenjob mag evenwel nooit het (hoogst haalbare) succes van je opleiding in gevaar brengen en moet daarom combineerbaar zijn: weekendwerk als je studieprogramma niet te zwaar is, werken in de schoolvakantie als de tweede zit dat mogelijk maakt, enz.

Bovendien blijft dit een inspanningsverplichting, geen resultaatsverplichting. Dat wil zeggen dat je moet kunnen bewijzen dat je op zoek bent naar werk, maar het OCMW kan je niet straffen als je er niet in slaagt om ergens aangenomen te worden. Het OCMW kan nooit automatisch je LL voor één maand (of langer) intrekken als er billijkheids- of gezondheidsredenen zijn en/of je naar werk gezocht hebt – houd alle bewijzen goed bij! – maar niet aangenomen werd.

Je moet instemmen met het ondertekenen en nakomen van de verplichtingen in het GPMI als je maatschappelijk werker je dat voorstelt (een voorwaarde die in principe verplicht is voor LL-gerechtigden die een studie willen beginnen of hervatten).

Het GPMI is een “contract” waarin alle verplichtingen staan die je moet nakomen om je leefloon te blijven ontvangen, evenals de verplichtingen van het OCMW tegenover jou. In principe geldt het GPMI voor de hele looptijd van je studie. Het moet worden aangepast aan jouw situatie en kan worden gewijzigd om persoonlijke gezondheids- en/of billijkheidsredenen, mits daarvoor de nodige bewijzen zijn. 

Je hebt bedenktijd voordat je ondertekent en je kunt onderhandelen over je verplichtingen op basis van wat geschikt lijkt voor je situatie. Je kunt ook vragen om het GPMI op een later tijdstip te wijzigen, in samenspraak met je maatschappelijk werker, als de verplichtingen gaandeweg veranderen en/of niet meer overeenkomen met je project. 

Zie 2.2.5.3. Wat is het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI)?

Over het algemeen, door de ondertekening van een GPMI:

  • verbind je je ertoe om de lessen regelmatig bij te wonen, deel te nemen aan de examens en de nodige inspanningen te leveren om te slagen (je hebt evenwel het recht om je te heroriënteren of te zakken voor een examen; de rechtspraak erkent het recht op een tweede kans;
  • moet je je rechten op een studiebeurs doen gelden;
  • moet je aantonen dat je bereid bent te werken tijdens perioden die verenigbaar zijn met je studie;
  • moet je je inschrijven voor een studie met volledig leerplan of een gelijkwaardige opleiding (zoals duaal secundair onderwijs (bijv. CEFA voor de Franse Gemeenschap), leercontracten bij zelfstandige ondernemers, dagopleidingen in het onderwijs voor sociale promotie die leiden tot een getuigschrift) in een secundaire school, universiteit of hogeschool, erkend door de Federatie Wallonië-Brussel, de Vlaamse Gemeenschap of de Duitstalige Gemeenschap.

 

6. Je moet al je rechten op sociale uitkeringen doen gelden.

Dat zijn al je eventuele rechten op, bijvoorbeeld, studiebeurzen, kinderbijslag, enz. 

In het kader van deze voorwaarde heeft het OCMW ook de optie, na een doorgedreven sociaal onderzoek naar de middelen en ook de gevolgen van een dergelijke stap voor de familierelaties, om je te vragen je rechten ten aanzien van je onderhoudsplichtigen te doen gelden, door je naar hen te verwijzen of door soms de aan jou betaalde bedragen rechtstreeks van hen terug te vorderen (in jouw naam of in naam van het OCMW). Zie punten over Verwijzing en terugvordering (cf. 8.1. Terugvordering bij onderhoudsplichtigen).

Deze site maakt gebruik van cookies om u de beste ervaring op onze site te garanderen.