2.2.1.2. Mag ik in het buitenland verblijven ?

De toekenning van het leefloon is onderworpen aan zes voorwaarden, waaronder de voorwaarde van woonplaats (zie 2.2. Wat zijn de zes voorwaarden om recht te hebben op maatschappelijke integratie?[A3]). Je moet vast en werkelijk in België wonen.

Maar een verblijf in het buitenland is onder bepaalde voorwaardenen in principe voor een beperkte duur toegestaan:

• je moet het OCMW vóór je vertrek verwittigen (behalve in noodgevallen, die je moet kunnen rechtvaardigen) wanneer je naar het buitenland gaat voor een periode van zeven dagen of langer, met vermelding van de duur en de reden van deze reis (het is raadzaam om deze informatie schriftelijk te verstrekken, bijvoorbeeld per e-mail).
• het is niet toegestaanmeer dan vier weken (aan één stuk of onderbroken) in het buitenland te verblijven in de loop van een kalenderjaar (van 1januari tot en met 31 december).

Het is echter mogelijk om je verblijf in het buitenland te verlengen door het OCMW op de hoogte te brengen en hen voor of bij terugkeer bewijsstukken te verschaffen in geval van uitzonderlijke omstandigheden en/of billijkheidsredenen. Het OCMW beslist per geval of er uitzonderlijke omstandigheden aan de basis liggen van je overschrijding van vier weken, maar je kunt altijd beroep aantekenen als de steun voor de betrokken periode wordt geweigerd (zie rubriek “Beroep”).

Voorbeelden van uitzonderlijke omstandigheden: 

• stage of voortzetting van een opleiding in het buitenland voor Erasmusstudenten;
• ernstige ziekte van een ouder;
• overlijden van een familielid;
• administratieve redenen, zoals een paspoortprobleem in het buitenland regelen, enz.

De algemene omzendbrief betreffende het RMI beschrijft uitgebreid de berekeningswijze van de verschillende verblijfsperioden die in aanmerking worden genomen.

Als je langer dan vier weken in het buitenland verblijft zonder toestemming te hebben gekregen van het OCMW voor een verlenging wegens uitzonderlijke omstandigheden, zal de betaling van het leefloon in principe worden opgeschort.

Als je naar het buitenland gaat zonder het OCMW te verwittigen en die verneemt dat later, dan wordt het totale aantal weken dat je buiten België hebt doorgebracht, berekend, waarna het OCMW de betaling van je leefloon kan opschorten voor een bepaalde periode. Het kan ook een sanctieopleggen voor onjuiste of onvolledige verklaringen. Het neemt per geval een beslissing. Zie hoofdstuk over Sancties.

Let op ! Bij een beslissing om te schorsen of sanctioneren als gevolg van een verblijf in het buitenland kun je vragen om te worden gehoord door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn en/of beroep instellen bij de arbeidsrechtbank. De termijn om beroep aan te tekenen bij de arbeidsrechtbank is drie maanden vanaf de ontvangst van de beslissing. Het verzoek om te worden gehoord schort deze termijn niet op. Het is bijgevolg raadzaam om beide te doen, d.w.z. een hoorzitting aanvragen en tegelijkertijd beroep aantekenen bij de rechtbank. Als het resultaat van de hoorzitting positief is (een positieve beslissing), is het altijd mogelijk om het beroep kosteloos in te trekken (per gewone brief aan de griffie en een kopie ervan aan het OCMW) (Zie rubriek “Beroep”, punt 5. Hoe verloopt een hoorzitting voor het OCMW? En punt 6. Hoe dien ik beroep in bij de arbeidsrechtbank en binnen welke termijn?).