11.2. Sociale bijstand in strikte zin
Laatst bijgewerkt : 01/10/2024
- Als burger van de Europese Unie en je familieleden die België zijn binnengekomen krachtens het recht van vrij verkeer, heb je enkel recht op dringende medische hulp tijdens de eerste drie maanden van je legaal of illegaal verblijf (behalve EU-burgers die als werknemer of zelfstandige zijn gekomen: zij hebben onmiddellijk recht op alle andere sociale uitkeringen).
Na deze periode van drie maanden kunnen alle categorieën van Europese ingezetenen met een verblijfsvergunning in België (E-EU-kaart) die vijf jaar geldig is, genieten van sociale bijstand.
- Als je Europees burger bent en langer dan drie maanden in België wilt verblijven, moet je het volgende statuut hebben:
- Werknemer, zelfstandige en familieleden: zodra je bijlage 19 of 19ter hebt (voor de eerste drie maanden van je verblijf), kun je onmiddellijk aanspraak maken op alle vormen van sociale bijstand;
- Student of persoon met voldoende bestaansmiddelen en familieleden: na een periode van drie maanden, die loopt vanaf de datum waarop je bijlage 19 of 19ter hebt, kun je ook sociale bijstand s.z. aanvragen (naast het recht op maatschappelijke integratie), maar altijd op voorwaarde dat je geen onredelijke belasting bent voor België. Als je geen bijlage 19 of 19ter hebt, start de periode van drie maanden vanaf de datum waarop de E-EU- of F-kaart geldig is; zie 10.3. Ik ben een Europese student en ik vraag het leefloon aan (of heb het al). Welke gevolgen heeft dat voor mijn verblijfsvergunning?
- Werkzoekende en familieleden: dringende medische hulp is beschikbaar tot je een permanent verblijfsrecht hebt (E+- of F+-kaart) zonder risico. Het recht op een leefloon staat ook open voor deze categorie na drie maanden verblijf en gedurende de eerste vijf jaar, maar met het risico een onredelijke belasting te vormen (en bijgevolg het verblijfsrecht te verliezen) als de aanvragen (en bijstand van het OCMW) meerdere maanden duren (cf. gegevensuitwisseling tussen het OCMW en de Dienst Vreemdelingenzaken via de KSZ)
Of familielid van een Belgisch onderdaan.
Een beslissing over toekenning, weigering of intrekking van sociale bijstand, of het ontbreken van een beslissing, wat neerkomt op een impliciete afwijzing van sociale bijstand, kan worden aangevochten bij de arbeidsrechtbank van de woonplaats van de aanvrager. – Zie rubriek “Beroep”. Hoe ga ik in beroep tegen een beslissing van het OCMW?
Voor specifieke vragen over vreemdelingenrecht kun je terecht bij een gespecialiseerde vereniging (zie contactgegevens).