9.1. Sancties met betrekking tot het leefloon
Laatst bijgewerkt : 01/10/2024
Het OCMW kan sancties opleggen in situaties waar je:
- je inkomsten niet hebt opgegeven, hoewel je op de hoogte was van het bestaan ervan;
- onjuiste of onvolledige informatie hebt gegeven, wat een impact had op je leefloon;
- zonder gegronde redenen de verplichtingen van het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI) met de voeten treedt.
In de eerste twee gevallen kan de betaling van het leefloon gedeeltelijk of volledig worden opgeschort voor een periode van maximum zes maanden, of maximum twaalf maanden als er sprake is van bedrieglijk opzet. Het is aan het OCMW om te bewijzen dat je bewust en vrijwillig bepaalde elementen verzwegen hebt. Aangezien het OCMW de verplichting heeft om informatie te verstrekken aan zijn steuntrekkers, kun je ter verdediging aanvoeren dat je nagelaten hebt om sommige elementen aan te geven wegens onduidelijke informatie van het OCMW.
In het derde geval (niet-naleving van het GPMI) kan de betaling van het leefloon gedeeltelijk of volledig worden opgeschort voor een periode van maximum één maand. In geval van recidive binnen een termijn van één jaar kan de betaling van het leefloon worden opgeschort voor een periode van maximum drie maanden.
In dat geval moet het OCMW je eerst een ingebrekestelling sturen voordat het je een sanctie oplegt. Het moet ook de mening vragen van de maatschappelijk werker die verantwoordelijk is voor jouw dossier. Om sancties te vermijden, kun je vragen om gehoord te worden door het Comité en uitleggen waarom je niet aan je verplichtingen hebt kunnen voldoen.
Je kunt ook in beroep gaan tegen de beslissing van het OCMW bij de arbeidsrechtbank binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing van het OCMW (Zie rubriek “Beroep”).