8.2. Terugvordering bij erfgenamen en legatarissen

Dit geldt alleen voor sociale bijstand s.z. (niet voor LL).

Als een persoon die sociale bijstand van het OCMW heeft gekregen, overlijdt en roerende en/of onroerende goederen nalaat, kan het OCMW de kosten van deze bijstand verhalen op de erfgenamen en/of legatarissen. Maar het betreft alleen:

• de activa van de nalatenschap (na aftrek van passiva, namelijk de schulden), ongeacht de manier waarop de erfgenamen en/of legatarissen de nalatenschap hebben aanvaard;
• de kosten die het OCMW in de vijf jaar voor het overlijden heeft gemaakt.

Bijgevolg zal het OCMW zijn actie moeten verdelen onder de verschillende erfgenamen, ten belope van het geërfde aandeel van elkeen.

Het OCMW moet het bewijs van uitgaven voorleggen aan de erfgenamen en legatarissen.

Overigens kan het OCMW de volgende kosten terugvorderen:

• juridische kosten in het algemeen belang van de schuldeisers;
• begrafeniskosten in verhouding tot het vermogen van de overledene;
• de kosten van de laatste ziekte in het jaar voorafgaand aan het overlijden;
• de kosten van levensonderhoud van de schuldenaar en zijn gezin gedurende de zes maanden voorafgaand aan het overlijden.

De terugvordering verjaart na drie jaar, te rekenen vanaf de overlijdensdatum. Deze verjaringstermijn kan worden gestuit door een aanmaning die aangetekend, al dan niet met ontvangstbewijs, wordt verzonden.

Het OCMW kan ook afzien van de terugvordering bij erfgenamen en legatarissen om redenen van billijkheid en/of kosteneffectiviteit.

Zie 7.3. Terugbetaling van de kosten voor sociale bijstand s.z. / 7.3.1. Als het OCMW je voorschotten heeft gegeven