6. Wat moet ik doen als mijn persoonlijke situatie verandert?

Je ontvangt het leefloon of een andere vorm van sociale bijstand en je persoonlijke en/of gezinssituatie verandert.

Bijvoorbeeld, je was alleenstaand en nu woon je samen, of omgekeerd, je woonde samen en nu ben je gescheiden van je partner, jij (of je partner) hebt nieuwe inkomsten, je verhuist, enz.

Het eerste wat je moet doen is je maatschappelijk werker rechtstreeks op de hoogte brengen van je gewijzigde situatie (en het bewijs daarvan bewaren). Als de verandering een invloed heeft op je bijstand van het OCMW, moet je een herziening van je situatie vragen (en je dossier voorleggen aan het Bijzonder comité voor de sociale dienst voor een nieuwe beslissing).

Bijvoorbeeld, als je alleenstaand was met een leefloon en je leert iemand kennen en gaat samenwonen, dan kun je niet langer het tarief van alleenstaanden ontvangen, maar zul je moeten overstappen op het tarief voor samenwonenden.

Hetzelfde geldt als je samenwoonde, maar nu gescheiden bent en alleen woont. Dan zal het tarief voor samenwonenden niet meer worden toegepast, maar dat voor alleenstaanden.

In andere gevallen voldoe je mogelijkerwijs niet meer aan de voorwaarden voor bijstand en moet je een beslissing tot intrekking/afschaffing van de steun ontvangen. Dat zal bijvoorbeeld het geval zijn:

• als het inkomen van je echtgeno(o)t(e) meer is dan tweemaal het tarief voor samenwonenden.
• als je verhuist en een nieuw OCMW verantwoordelijk is. Je ontvangt dan ook een beslissing tot intrekking en doorverwijzing naar het nieuwe, bevoegd verklaarde OCMW.

Zie rubriek I, punt 2.2. Wat zijn de zes voorwaarden om recht te hebben op maatschappelijke integratie? En rubriek II, punt 2.1. Welk OCMW is territoriaal bevoegd om mijn aanvragen te behandelen?