2.5.1. Wat houdt het sociaal onderzoek door het OCMW en het sociaal verslag precies in?

Laatst bijgewerkt : 01/10/2024

Aan het einde van het eerste gesprek – en bij elke nieuwe aanvraag of herziening – moet de maatschappelijk werker een sociaal onderzoek uitvoeren. Dankzij het sociaal onderzoek kan het OCMW een nauwkeurige diagnose opmaken van het bestaan en de omvang van de nood aan dienstverlening, en de meest passende middelen voorstellen om daarin te voorzien. – Zie rubriek I: Wat is sociale bijstand en de voorwaarden voor LL en sociale bijstand s.z.

In principe moet dit sociaal onderzoek ook bestaan uit een huisbezoek bij het openen van het dossier, maar ook telkens als het OCMW dat nodig acht (minstens één keer per jaar). – zie 2.5.2 over huisbezoeken.

Bij dat onderzoek moet je samenwerken met je maatschappelijk werker, d.w.z. informatie geven over je situatie, je middelen, je behoeften, enz., zodat een sociaal verslag kan opgemaakt worden.

Op basis van de informatie die tijdens het sociaal onderzoek is verzameld, zal de maatschappelijk werker een sociaal verslag verstrekken aan de Raad voor maatschappelijk welzijn of, in de meeste gevallen, aan het Bijzonder comité voor de sociale dienst. Dit sociaal verslag bevat de feitelijke bevindingen die nodig zijn om de steunaanvraag te verwerken en de voorwaarden te controleren, in het bijzonder:

  • het doel en de datum van de aanvraag; 
  • je identiteit: familie- en voornaam, geboortedatum, nationaliteit, woonplaats en gezinssamenstelling;
  • je inkomsten en zo nodig die van de samenwonende(n);
  • bijzonderheden over je werkwilligheid;
  • je mogelijk recht op sociale uitkeringen;
  • eventuele informatie over onderhoudsplichtigen; 
  • een korte beschrijving van je situatie;
  • een concreet voorstel van de maatschappelijk werker die verantwoordelijk is voor je dossier.

 

In theorie moet dit verslag worden nagelezen en medeondertekend door de bijstandsaanvrager – die er ook opmerkingen aan kan toevoegen. Dus alleen met jouw handtekening wordt het een tegensprekelijk verslag en heeft het kracht van bewijs totdat het tegendeel bewezen is, d.w.z. het wordt als waar beschouwd tot het tegenbewijs geleverd is. In principe geldt dit echter alleen voor de feitelijke bevindingen die erin zijn opgenomen (door jou), dus ook ondertekend door jou.

Het bewijs van het tegendeel kan altijd met alle rechtsmiddelen worden geleverd. Bovendien hebben de aangevoerde bewijzen via het sociaal onderzoek alleen bewijskracht ten aanzien van de objectieve gegevens in het verslag van de maatschappelijk werkers, en niet ten aanzien van de conclusies die deze trekken uit de materiële bevindingen die ze hebben gedaan. Het verslag van het sociaal onderzoek moet dus gebaseerd zijn op objectieve feiten, door rekening te houden met je levensomstandigheden en door alleen uit te gaan van bewezen feiten die als bewijs zullen dienen.

In het sociaal verslag staat ook of de voorwaarden voor het ontvangen van het leefloon en/of andere sociale bijstand vervuld zijn. Het verslag wordt afgesloten met een – positief of negatief – voorstel van de maatschappelijk werker, dat accuraat is en cijfermatig als het over financiële hulp gaat. Het zal worden voorgelegd aan het Bijzonder comité voor de sociale dienst, dat een gemotiveerde beslissing moet nemen (al dan niet gebaseerd op het voorstel van de maatschappelijk werker). Het is dus niet de maatschappelijk werker die beslist, maar het Bijzonder comité voor de sociale dienst, op basis van het voorstel van de maatschappelijk werker.

In de praktijk komt het zelden voor dat de maatschappelijk werker de inhoud van het sociaal verslag met de mensen in kwestie deelt en om hun handtekening vraagt. Het heeft daarom minder bewijskracht, maar blijft vaak authentiek totdat het tegendeel bewezen is.

Het administratief dossier (of sociaal dossier) bevat alle documenten die tot de beslissing van het OCMW hebben geleid: de ontvangstbevestiging van de aanvraag, het aanvraagformulier, de sociale verslagen, de documenten die de aanvrager heeft overgemaakt, de beslissing van het Bijzonder comité voor de sociale dienst, een kopie van de kennisgeving van de beslissing en het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie, indien van toepassing.

Als je een specifiek schriftelijk verzoek aan het OCMW richt, krijgt je in principe ook inzage in je administratief dossier of een kopie ervan binnen een redelijke termijn.

In de aanloop naar een hoorzitting op het OCMW kan inzage in je administratief dossier ook heel nuttig zijn om je verdediging voor te bereiden (Zie rubriek III, punt 5. Hoe verloopt een hoorzitting voor het OCMW?).

In geval van beroep voor de rechtbank moet er ook een kopie van je administratief dossier naar jou, je advocaat en de rechter worden gestuurd (Zie rubriek III, punt 6. Hoe dien ik beroep in bij de arbeidsrechtbank en binnen welke termijn?).

Let op! Als er wordt vastgesteld dat je niet hebt meegewerkt met het OCMW en/of hebt gelogen over je persoonlijke situatie, is dat niet altijd een reden om bijstand te weigeren. Dat kan evenwel de controle door het OCMW van je situatie en van de toekenningsvoorwaarden bemoeilijken. Het is daarom beter om zo oprecht mogelijk te zijn wanneer je je staat van behoefte tracht aan te tonen en met het OCMW samen te werken om je situatie zoveel mogelijk te verduidelijken, waarbij je kopieën van al je bewijzen bewaart.

Deze site maakt gebruik van cookies om u de beste ervaring op onze site te garanderen.