2.4. Het eerste gesprek met de maatschappelijk werker
Laatst bijgewerkt : 01/10/2024
De eerste afspraak kan plaatsvinden op het OCMW of bij jou thuis, soms per telefoon/e-mail (of op een andere manier), afhankelijk van het OCMW dan wel of je je moeilijk kunt verplaatsen bijvoorbeeld.
Wanneer je je bijstandsaanvraag indient, wordt meestal gevraagd om voor deze eerste afspraak belangrijke documenten die je situatie aantonen en je aanvraag ondersteunen mee te nemen of op te sturen. Deze documenten zijn vaak: je identiteitskaart, de gezinssamenstelling, je huurcontract, energierekeningen, enz.
In principe gaat het om informatie die het OCMW niet zelf kan verzamelen (via de databanken van andere openbare instanties bijvoorbeeld) of waarover het nog niet beschikt (cf. de “Only Once”-wet) en/of documenten om je informatie te bevestigen of bij te werken.
Het eerste gesprek geeft je de kans om je situatie uit te leggen. Beëdigde maatschappelijk werkers zijn gebonden aan het beroepsgeheim gedurende de hele procedure en moeten proberen een vertrouwensrelatie op te bouwen.
Maar maatschappelijk werkers moeten ook controleren of alle voorwaarden voor het recht op bijstand vervuld zijn en blijven gedurende alle toekomstige bijstandsperiodes. Ze blijven werknemers in dienst van het OCMW, wat de vertrouwensrelatie met mensen kan ondermijnen en “geheimhouding” relatief maakt aangezien de informatie in de sociale verslagen toegankelijk is voor de raadsleden die, hoewel ze ook onderworpen zijn aan het beroepsgeheim, de individuele beslissingen moeten nemen. Zie volgende punten.
Maatschappelijk werkers hebben de taak om je aanvraag te onderzoeken, je te informeren over je rechten en samen met jou mogelijke oplossingen te bekijken. Vanaf het moment dat ze een bijstandsaanvraag ontvangen, zullen ze niet alleen de aanvraag onderzoeken zoals die is ingediend, maar ook nagaan of er elementen in je persoonlijke situatie zijn die je recht geven op een andere uitkering of op sociale bijstand in strikte zin.