7.2. Wat gebeurt er als de rechtbank het OCMW heeft veroordeeld?

• Als het OCMW wordt veroordeeld tot toekenning van bijstand, en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard, niettegenstaande hoger beroep, zonder mogelijkheid tot borgstelling of kantonnement (wat ook een belangrijk verzoek is om te vermelden in je beroep/conclusies bij de rechtbank en wat de rechters meestal toestaan bij sociale bijstand), zal het OCMW vaak het vonnis uit eigen beweging toepassen door de veroordeling enkele weken na ontvangst van het vonnis uit te voeren.

Vonnissen zijn over het algemeen uitvoerbaar bij voorraad, als het verzoek door de persoon zelf of door zijn of haar advocaat is gedaan, wat betekent dat ze moeten worden uitgevoerd, zelfs als een van de partijen hoger beroep heeft ingesteld. Zelfs als het OCMW in hoger beroep gaat, moet het de beslissing van de arbeidsrechtbank, die hem veroordeelt, toepassen. Het moet bijvoorbeeld bijstand en/of schadevergoeding betalen voor alle perioden waarover het geschil gaat.

Als na een termijn van één maand vanaf de ontvangst van het vonnis in jouw voordeel het OCMW dat niet uitvoert, kun je in een eenvoudige brief vragen om het vonnis ten uitvoer te leggen. Het is belangrijk om deze brief te versturen om er zeker van te zijn dat het vonnis correct is ontvangen/uitgevoerd (door eventueel een kopie ervan mee te sturen).

Een partij kan bij uitzondering de rechter vragen om de beslissing niet-uitvoerbaar te verklaren in geval van hoger beroep/verzet, als er geldige redenen zijn en als de partij dat naar behoren staaft.

Bijvoorbeeld: Als de rechter het verzoek van het OCMW aanvaardt om de voorlopige uitvoering van het vonnis ten voordele van de steuntrekker te weigeren, en het OCMW besluit in beroep te gaan, zal die niet verplicht zijn om de bijstand toe te kennen die de rechter hem heeft bevolen te betalen voor de volledige betwiste periode.

De partijen kunnen ook subsidiaire vorderingen (aanvullende vorderingen) instellen, en de rechter kan dan de hoofdvordering weigeren, maar de subsidiaire vordering(en) toewijzen.

Bijvoorbeeld: De aanvrager vraagt als hoofdvordering de toekenning van het leefloon tegen het tarief van alleenstaande personen, met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021 (datum eerste aanvraag) en als subsidiaire vordering de toekenning van het leefloon tegen het tarief van alleenstaande personen vanaf 3 april 2020 (datum tweede aanvraag).

• Als het OCMW het niet eens is met de beslissing van de rechtbank, kan het in hoger beroep gaan. Maar ondanks het beroep is het OCMW verplicht om de bijstand toe te kennen overeenkomstig het vonnis van de arbeidsrechtbank. Als dat vonnis vervolgens wordt vernietigd door het arbeidshof (in hoger beroep tegen het vonnis van de arbeidsrechtbank) en als die oordeelt dat je niet voldoet aan de voorwaarden om bijstand te ontvangen, kan het OCMW de toegekende bijstand terugvorderen.

Als het arbeidshof daarentegen het vonnis van de rechtbank, dat het OCMW al heeft uitgevoerd, bevestigt, zal de situatie niet veranderen.