6.9. Hoe verloopt de procedure in de rechtbank?
Dernière mise à jour : 01/01/2024
Je moet beroep instellen binnen de voorgeschreven termijn (drie maanden) bij de bevoegde arbeidsrechtbank.
- De rechtbank zal verschillende brieven sturen:
- een brief waarin wordt bevestigd dat het beroep is ingesteld en het rolnummer van de zaak (referentienummer voor de rechtbank) wordt meegedeeld;
- het arbeidsauditoraat kan je ook een brief sturen, met de vraag om het informatieformulier (voor uw contactgegevens) in te vullen;
- je ontvangt tevens een oproeping, met informatie over de datum, tijd en plaats van de zitting. In deze brief staat ook het “tijdschema van de zaak “, m.a.w. de data die door de rechtbank zijn vastgesteld voor de uitwisseling van alle stukken van de partijen en de conclusies (een schriftelijke verklaring die de opgeworpen rechtsbeginselen, de feiten en de argumenten bevat).
- In de meeste gevallen wordt de zaak op deze eerste zitting, de zogenaamde inleidende zitting, bepleit omdat het dossier compleet is, de zaak rechttoe rechtaan is en/of het inleidende verzoekschrift vanaf het begin compleet is.
In de andere gevallen, als documenten ontbreken of als de zaak complex is en de partijen conclusies willen indienen, is het nodig om de zaak uit te stellen tot een latere pleitzitting, met of zonder bepaling van een bindend tijdschema. - Als de voorgestelde data de partijen niet schikken, of als er onvoldoende tijd is om alle stukken te verzamelen, kunnen ze vragen om uitstel of een verwijzing naar de rol (de zaak in de ijskast bergen totdat de rechtbank ze op verzoek van een van de partijen opnieuw op de agenda zet);
- Voor de zitting zal de arbeidsauditeur (rol van procureur, Openbaar Ministerie in het arbeidsrecht) kennisnemen van de bestreden beslissing en het ingediende beroep, en kan hij een kort onderzoek instellen om aanvullende informatie te proberen verkrijgen. Tijdens de pleitzitting geeft hij zijn mening over de zaak.
- Voor de pleitzitting moet je (als dat nog niet is gebeurd op het moment van het inleidende verzoekschrift) alle bewijzen verzamelen die je in je verdediging wilt aanvoeren. Deze stukken, die samen je stukkenbundel vormen, moeten worden ge nventariseerd.
- Je moet tevens je ge nventariseerde stukkenbundel opsturen naar:
=> het OCMW (naar zijn juridische dienst of advocaat);
=> de rechtbank, bij voorkeur in twee exemplaren, n voor de rechters en n voor de auditeur. Voor de rechtbank kun je de bundel indienen via e-Deposit, met het rolnummer dat je hebt ontvangen. Voor het auditoraat kun je hem naar het volgende e-mailadres sturen: ocmw.atbxl@just.fgov.be.
Je stuurt de twee bundels idealiter naar de griffie – ter attentie van de voorzitter van de rechtbank en de auditeur (per koerier, post, fax, e-mail, enz.) – minstens tien dagen voor de zitting zodat iedereen de tijd heeft om alles te lezen en er eventueel op te reageren. Je kunt de stukkenbundels ook op de dag van de zitting bij de balie indienen, met het risico dat de zaak naar een latere datum wordt verschoven om iedereen de gelegenheid te geven zich vertrouwd te maken met de nieuwe stukken.
- Het OCMW moet tevens jou of je advocaat v r de hoorzitting alle stukken die het over jou in zijn dossier heeft, overmaken.
Als het dat niet heeft gedaan, moet je proberen contact op te nemen met de advocaat/juridische dienst van het OCMW, en het ten slotte kenbaar maken aan de advocaat/jurist van het OCMW en aan de rechter, waarbij je de nodige tijd vraagt om de documenten in te kijken. Om je beter voor te bereiden, je verdediging te organiseren op basis van de nieuwe stukken en er adequaat op te kunnen reageren (of zelfs bewijsstukken toe te voegen), kun je ook vragen om de zitting naar een latere datum te verschuiven. - Als je jezelf verdedigt, moet je op de vastgestelde dag naar de inleidende zitting gaan met je identiteitskaart en je melden bij de persoon die verantwoordelijk is voor de organisatie van de zitting, v r de rechters verschijnen. Wanneer de rechter je naam afroept, sta je op en bevestig je dat je klaar bent om te pleiten op deze zitting of vraag je om uitstel, waarbij je kort uitlegt waarom je zaak moet worden uitgesteld.
Let op: het verstrijken van de tijd is zelden gunstig voor ontvangers van sociale bijstand, die over een nog langere periode alle voorwaarden moeten bewijzen, inclusief hun staat van behoefte en/of gebrek aan middelen. Je kunt ook een “tijdschema van instaatstelling” vragen. Vijf minuten voor het begin van de zitting of zelfs tijdens de zitting overleggen doorgaans de partijen die elkaar op deze eerste rechtszitting ontmoeten (jijzelf en het OCMW), om de ander op de hoogte te brengen van de intentie om uitstel te vragen, een tijdschema vast te leggen of de zaak rechtstreeks te bepleiten.
- Wanneer je zaak kan worden bepleit, de rechter je zaak in aanmerking neemt voor de zitting en het jouw beurt is, word je opgeroepen en kun je beginnen met je zaak te bepleiten – als je de eiser bent – door te proberen je situatie duidelijk uit te leggen, met verwijzing naar je genummerde, ge nventariseerde bewijsstukken en de bestreden beslissing(en). Vermeld zorgvuldig de betrokken periode(n) en datum(s), evenals het doel van het beroep, d.w.z. wat je met dit beroep wilt verkrijgen (bijv. nietigverklaring van de beslissing(en) en nieuwe toekenning van het LL tegen het tarief dat is vastgesteld voor mensen met een gezin ten laste vanaf de ene datum tot de andere, medische bijstand, follow-up van SPI, enz.).
Let op: de rechter kan alleen uitspraak doen op basis van de stukken die door de partijen zijn ingediend en kan alleen toekennen wat de partijen hebben gevraagd (niet meer).
- Het OCMW zal daarna op je pleidooi antwoorden met een eigen analyse van je situatie, op basis van zijn eigen stukken en die van jou. Luister goed naar de versie van het OCMW, waarop je kunt reageren zodra de vertegenwoordiger ervan klaar is.
- Vervolgens geeft de auditeur, in principe mondeling, zijn mening over je zaak. Wees aandachtig, want zodra hij klaar is, kun je ook hem weerwoord geven (= antwoorden) als je dat nodig vindt. Soms, wanneer de zaak bijvoorbeeld complexer is of aanvullend onderzoek vereist, wordt het advies opgesteld en daarna per post naar de partijen gestuurd. In dat geval kunnen die laatste er ook op reageren, schriftelijk weliswaar.
- Wanneer de rechter de debatten sluit, geeft hij de datum waarop het vonnis zal worden uitgesproken (wettelijk vastgesteld op n maand na de sluiting van de debatten, ook in hoger beroep). Hoewel dit een uitzondering moet blijven, is uitstel van de uitspraak (meerdere keren) mogelijk, zonder maximale duur (omdat het afhangt van de, al dan niet ongewilde, traagheid van de rechter), maar het wordt streng gecontroleerd. In elk geval zal de rechtbank helaas nooit uit eigen beweging de partijen en hun advocaten op de hoogte brengen van het uitstel van de uitspraak: het is aan elke partij om bij de griffie te informeren of de voltrekking van het vonnis en de verzending van de beslissing per post opgeschoven is.
- Vonnissen van rechtbanken en uitspraken van hoven worden altijd in het openbaar uitgesproken, maar het komt zelden voor dat de partijen en hun raadslieden daarbij aanwezig zijn.Hun aanwezigheid is van beperkt belang aangezien de beslissing systematisch per gewone post naar de partijen wordt gestuurd of, als ze een beroep hebben gedaan op een jurist of advocaat, naar deze laatste, binnen acht dagen na de uitspraak. De beroepstermijn van n maand begint te lopen vanaf de ontvangst van deze brief.
- Zodra je op de hoogte bent van een vonnis in jouw voordeel, kun je het OCMW vragen naar zijn intenties betreffende het eventueel aantekenen van hoger beroep tegen de uitspraak, en al de voorlopige uitvoering van het vonnis vragen. Je kunt ook wachten tot de beroepstermijn ( n maand) voor het OCMW is verstreken en rechtstreeks vragen om het onherroepelijk geworden vonnis definitief uit te voeren.
Je kunt tevens zelf binnen de termijn van n maand hoger beroep aantekenen als je het voor jou negatieve vonnis volledig of gedeeltelijk wilt aanvechten.