6.1. Hoe stel ik beroep in?

Er zijn verschillende manieren om beroep aan te tekenen:

• bij de griffie van de arbeidsrechtbank: hetzij door ter plaatse een voorgedrukt document in te vullen, dat door de griffie wordt verstrekt; hetzij door een reeds opgesteld schriftelijk verzoekschrift (zie model) in te dienen; hetzij via de website met behulp van het e-Depositsysteem (met je e-ID en een kaartlezer) op https://access.eservices.just.fgov.be/edeposit/nl/login.

1. Om een bewijs van de datum van beroep te krijgen, is het raadzaam om persoonlijk naar de griffie te gaan met twee exemplaren van het verzoekschrift: het origineel, dat je indient, en een kopie, die de griffier dagstempelt en die je bewaart;

• door middel van een naar de arbeidsrechtbank opgestuurd verzoekschrift (zie model), indien mogelijk aangetekend om te kunnen bewijzen dat het verzoekschrift binnen de voorgeschreven termijn werd ingediend;
• via de advocaat of gespecialiseerde jurist/vzw die je zal verdedigen (sterk aanbevolen).

De rechtbank eist niet dat bepaalde beleefdheidsvormen in acht worden genomen. Als je weinig tijd hebt, kun je gewoon een brief indienen met je contactgegevens, de vermelding “ik ben het er niet mee eens”, je handtekening en een kopie van de beslissing.

Sinds covid kun je heel snel via e-Deposit een verzoekschrift indienen.

Waarop je moet letten wanneer je beroep indient:

• Het is heel belangrijk om je rechten tot het einde toe te laten gelden. Veel mensen zijn bang dat hun relaties met de maatschappelijk werkers en/of leden van het besluitvormend Comit van het OCMW nog conflictueuzer zullen worden. Maar mensen die opkomen voor hun rechten worden vaak meer gerespecteerd dan mensen die zich laten doen;
• de procedure is gratis, en ook het honorarium van de advocaat is, minstens gedeeltelijk, kosteloos indien de vordering wordt ingesteld in het kader van juridische bijstand;
• je kunt een jurist/advocaat in elk stadium van de procedure raadplegen: bij de indiening van de aanvraag, tijdens de hoorzitting voor het Comit , bij beroep in eerste aanleg of in hoger beroep;
• wanneer er beroep wordt aangetekend, is het belangrijk om contact op te nemen met de jurist/advocaat die je zal verdedigen. Indien nodig kun je vragen om een aantal stukken in te kijken: een kopie van het dossier van het OCMW, de conclusies van het OCMW, het tijdschema van de procedure, de eigen ontwerpconclusies (voor te leggen aan de gerechtigde voor eventuele wijzigingen). Het is nuttig om minstens n keer samen te zitten met de advocaat of de persoon die verantwoordelijk is voor de juridische verdediging, om de basis te leggen voor de samenwerking en op de hoogte te worden gebracht van het verloop van de procedure;
• je dient de jurist/advocaat te informeren zodra er een nieuw element is, bijvoorbeeld de indiening van een nieuwe aanvraag, een verzoek om een hoorzitting of het bestaan van nieuwe inkomsten;
• je kunt je advocaat laten weten dat je akkoord gaat om informatie over jou ook door te geven aan de persoon die je begeleidt, zo nodig door middel van een mandaat;
• deze begeleider is zeer nuttig tijdens de voorbereidende fase van de verdediging: om het dossier en de conclusies van het OCMW en de advocaat te lezen en uit te leggen, opmerkingen te formuleren, de nodige documenten voor de verdediging te verzamelen, enz.;
• Het is raadzaam om de procedure te volgen door te overleggen met zowel je advocaat als je juridisch adviseur, bijvoorbeeld controleren of je alle documenten hebt gekregen. Want het administratieve dossier van het OCMW of de ontwerpconclusies worden niet altijd aan de betrokkene doorgegeven voordat ze naar de rechtbank worden gestuurd, zodat die zijn eigen opmerkingen of correcties niet kan toevoegen.