2.2.6.2. Wat betekent “een beroep doen op mijn onderhoudsplichtigen”?

In de logica van “residueel recht” (zie 1.4. Wat is een residueel recht?), heeft familiale solidariteit voorrang op collectieve solidariteit. Het OCMW komt dus pas tussenbeide na onderzoek van alle reguliere middelen die je hebt of zou kunnen krijgen van je onderhoudsplichtigen, d.w.z. de mensen die je onderhoud verschuldigd zijn (een onderhoudsplichtige is de persoon die een onderhoudsplicht of een plicht tot hulpverlening heeft tegenover een andere persoon). Dat zijn:

•  echtgenoten en ex-echtgenoten,
•  bloedverwanten in opgaande lijn of adoptieouders in de eerste graad,
• bloedverwanten in neergaande lijn of geadopteerden in de eerste graad.

Het OCMW kan(is facultatief!)een beroep doen op of je doorverwijzen naar je onderhoudsplichtigen, vooral wanneer je opleiding en/of studie nog niet is afgerond (vaak wanneer je nog kinderbijslag ontvangt). Zie artikel 336 van het Burgerlijk Wetboek (terugvordering bij bloedverwanten in opgaande lijn van de eerste graad, adoptieouders en onderhoudsplichtigen): de terugvordering is beperkt tot het leefloon toegekend aan hun bloedverwanten in neergaande lijn, geadopteerde kinderen en/of kinderen van wie de afstamming van vaderszijde niet vaststaat, zolang ze de meerderjarige leeftijd niet bereikt hebben of na die leeftijd als zij kinderbijslag ontvangen.

Alvorens je (volledig of gedeeltelijk) door te verwijzen naar je onderhoudsplichtigen – of in jouw naam hen te benaderen – moet het OCMW een aangepast sociaal onderzoek uitvoeren om het bestaan en het bedrag van de middelen van de onderhoudsplichtigen en hun mogelijke capaciteit om bij te dragen te onderzoeken, en vooral na te gaan of dat geen negatieve impact zal hebben op je familierelaties. Als dat je familierelaties verslechtert, moet het OCMW deze voorwaarde helemaal laten vallen.