2.2.5.4.5. Artikel 60: arbeidsovereenkomst of sociale bijstand?

Een “artikel 60”-overeenkomst is een “echte”arbeidsovereenkomst. Ze is onderworpen aan alle regels – en dat zijn er veel! – zoals vastgelegd in de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten (wet van 3 juli 1978). Tijdens de duur van de overeenkomst ben je evenwel nog steeds een RMI-gerechtigde (Recht op Maatschappelijke Integratie). Maar je ontvangt geen LL (leefloon) omdat je een loon hebt. Deze hybride situatie is niet zonder gevolgen.

Bijvoorbeeld, als je ter beschikking wordt gesteld van een “gebruiker”, komen het OCMW en de gebruiker regelmatig samen om je werk te evalueren. Deze evaluaties zijn niet wettelijk verplicht (in tegenstelling tot de GPMI-evaluaties), maar ze gebeuren wel omdat het OCMW meestal een overeenkomst daartoe ondertekent met de gebruiker.

Een ander voorbeeld van dit hybride statuut: in veel OCMW’s word je ook “opgevolgd” door de dienst socioprofessionele integratie tijdens de hele looptijd van het “artikel 60”-contract. Daar zou niets op aan te merken zijn indien deze opvolging op vrijwillige basis gebeurde. Het valt niet te ontkennen dat deze ondersteuning in een aantal gevallen een “meerwaarde” kan zijn voor jou. Maar het laat ook zien dat je als “artikel 60-er” onderworpen bent aan specifieke eisen, die niet gelden voor andere werknemers.

We benadrukken evenwel dat je een volwaardige werknemer bent. Dat betekent onder andere dat je naar een andere gemeente kunt verhuizen of dat je gezinssituatie mag veranderen (je gaat bijvoorbeeld samenwonen met iemand die een inkomen heeft): in al deze scenario’s loopt de arbeidsovereenkomst door onder dezelfde voorwaarden.