2.2.5.3.1. GPMI: wat is de wettelijke basis? Wat is het doel? Voor wie?

Het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI) wordt gedefinieerd als een schriftelijke “overeenkomst”tussen jou en het OCMW. Het is bedoeld om de verplichtingen en/of stappen te bepalen die elk van jullie moet respecteren om met name de werkwilligheidsvoorwaarde of de redenen om ervan ontheven te worden nader te bepalen en na te komen, en zo het leefloon te blijven ontvangen. Het project moet gebaseerd zijn op je ambities, kwalificaties en behoeften.

De wet van 2016 heeft deze verplichting uitgebreid tot alle nieuwe gerechtigden binnen alle categorieën (behalve gezondheids- of billijkheidsredenen). Een “nieuwe gerechtigde” is iemand die geen leefloon heeft ontvangen in de drie maanden voorafgaand aan de toekenning. Het OCMW moet het GPMI afsluiten binnen de drie maanden na de kennisgeving van toekenning van het leefloon. Niet vóór de toekenning van het leefloon, zoals vaak het geval is, en niet als aanvullende voorwaarde(n) voor toekenning.

Het OCMW kan het GPMI aan iedereen opleggen, ongeacht leeftijd of situatie, ook aan mensen voor wie het niet wettelijk verplicht is. Het is dus facultatief voor het OCMW, maar het is bindend voor de gebruiker zodra het OCMW daartoe besluit. De verhoging van de subsidies van de federale overheid gedurende maximaal twee jaar moedigt de OCMW’s aan om in alle gevallen een GPMI op te leggen.

Het GPMI is facultatief wanneer iemand deeltijds werkt en een aanvullend leefloon als toeslag ontvangt. In dat geval is het OCMW dus niet wettelijk verplicht om een GPMI af te sluiten, maar het kan beslissen om dat wel te doen en dan moet je je ernaar schikken.

In het GPMI verbind je je bijvoorbeeld ertoe om werk te zoeken, een opleiding te volgen, een woning te vinden, schulden af te betalen, enz.

Het OCMW van zijn kant gaat bijvoorbeeld de verbintenis aan om je te ondersteunen bij de stappen die je zet, door je te helpen bij het vinden van een baan, een woning, enz.