2.2.4.2. Welke drie categorieën van leefloongerechtigden zijn er?

Laatst bijgewerkt : 01/10/2024

Je categorie wordt bepaald door de feitelijke gezinssituatie van je huishouden. Er zijn drie categorieën van gerechtigden:

  • Categorie1: Alleenstaande

           Deze categorie omvat: 

  • een persoon die op zijn domicilieadres alleen woont, d.w.z. iemand die niet samenwoont en geen gezin ten laste
  • heeft. een dakloze die een leefloon ontvangt.
  • studenten die op kot zitten en/of personen die een woning delen (zonder regeling omtrent gezamenlijke uitgaven en huishoudtaken, en zonder de inkomsten te delen).
  • Categorie 2 :  Samenwonende

 

De definitie van samenwonen is dat mensen onder één dak wonenenhoofdzakelijk samen hun huishoudelijke zaken regelen.

Het gaat erom een economisch voordeel te bekomen, ongeacht de emotionele band tussen deze mensen. Er wordt dus geen rekening gehouden met de aard van de relatie tussen de betrokken personen.

Om te spreken van samenwonen moeten twee voorwaarden vervuld zijn:

1. een geografisch criterium: samenwonen onder één dak.

Samenwonen betekent dus dat je met één of meerdere personen op hetzelfde adres woont. Dat is een feitelijk criterium dat niet afhankelijk is van inschrijving in het bevolkingsregister, maar van het fysiek delen van eenzelfde woning. Bovendien moet het samenwonen een zekere tijd duren, het mag niet tijdelijk of veranderlijk zijn.

2. een socio-economisch criterium: de hoofdzakelijk gemeenschappelijke regeling van huishoudelijke aangelegenheden EN het feit dat je er een economisch voordeel uit haalt.

De hoofdzakelijk gemeenschappelijke regeling van huishoudelijke aangelegenheden betekent:

  • dat je een economisch voordeel moet halen uit het feit dat je op hetzelfde adres woont als je huisgenoot;
  • en dat jullie samen de huishoudelijke taken verzekeren, zoals het onderhoud van de woning, de was, de boodschappen, en dat je daarvoor eventueel een financiële bijdrage levert.

 

Bijgevolg betekent het feit dat je samenwoont niet dat je automatisch als samenwonend wordt beschouwd. Het feit dat je je werkelijk inzet voor een gezamenlijk projectzal voor het OCMW het bewijs vormen dat je als samenwonend wordt beschouwd.

Bijvoorbeeld: Je besluit om met een vriend(in) samen te wonen en de huur en huishoudelijke rekeningen te delen, samen het huishouden te doen, samen boodschappen te doen en te eten, enz., waardoor je zo alle twee een economisch voordeel haalt uit de gedeelde woning. Het OCMW kan besluiten dat je samenwoont in de zin van de wet en dat je daarom slechts recht hebt op het tarief voor samenwonenden.

Maar als jullie elk een afzonderlijke huurovereenkomstmet de eigenaar hebben (of een huurcontract voor woningdelen) en/ofkunnen aantonen dat er geen gezamenlijk woonproject is, noch een economisch voordeel (bijv. je deelt alleen de huur en de kosten voor elektriciteit, gas en water, je doet niet samen boodschappen, je eet niet samen, enz.), dan kunnen jullie alle twee een LL voor alleenstaanden krijgen. Let op: je hoeft geen apart huurcontract of huurcontract voor woningdelen te hebben om als alleenstaande beschouwd te worden. 

Op basis van je verklaringen, bewijsstukken (= die je situatie aantonen) en het sociaal onderzoek wordt je concrete situatie en het juiste tarief bepaald. Seksuele relaties mogen nooit een rol spelen bij de interpretatie van samenwonen. Het enige dat telt, is het gezamenlijke project in de vorm van gedeelde uitgaven/inkomsten, maaltijden en schaalvoordelen.

Je kunt altijd de wijze waarop het OCMW je situatie interpreteert en het tarief dat op jou wordt toegepast aanvechten – bij het OCMW en/of de rechtbank – als dat niet overeenstemt met de werkelijkheid (vaak betwisting van het tarief voor samenwonenden in plaats van alleenstaanden), door zoveel mogelijk bewijzen van je werkelijke situatie te verschaffen.

Bijvoorbeeld: Als je van mening bent en kunt bewijzen dat, ondanks het feit dat jullie in hetzelfde huis wonen, elk zijn eigen kamers heeft (of uurregeling voor het gebruik ervan als ze gemeenschappelijk zijn), zijn eigen kosten en uitgaven heeft, enz., moet je het aan jou toegekende tarief voor samenwonenden aanvechten met al je bewijsstukken, en verzoeken om het te veranderen in het tarief voor alleenstaanden.

Zie rubriek “Beroep”.

  •  Categorie3: Persoon met gezin ten laste

 

Deze categorie omvat mensen die samenwonen met een gezin ten laste, op voorwaarde dat er ten minste één ongehuwd minderjarig kind is.

Hier wordt met een “gezin ten laste” bedoeld: een huishouden, zelfs feitelijk, dat bestaat uit één of twee ouders of echtgenoten, met minstens één ongehuwd minderjarig kind.

Je hoeft niet alleen met je gezin ten laste te leven.

Bijvoorbeeld, als je moeder van twee minderjarige kinderen bent en je woont ook samen met je zus/oom/enz., dan kun je nog steeds het statuut van persoon met gezin ten laste genieten. Alleen als je huishouden geen minderjarige kinderen meer telt, krijgt elk van de samenwonende volwassenen het tarief voor samenwonenden.

In het specifieke geval van co-ouderschap berekent het OCMW elke maand het LL, en kent het ene dan wel het andere tarief toe naargelang het aantal dagen dat je kroost bij jou woont:

  •  Wanneer de kinderen de helft van de tijd bij jou zijn (bijvoorbeeld één week op twee) of minder dan de helft van de tijd, dan heb je recht op:
  •  het tarief voor personen met gezin ten laste voor de helft van de maand (of voor het aantal dagen dat de kinderen bij jou wonen);
  •  het tarief voor alleenstaanden (of samenwonenden, afhankelijk van je gezinssituatie) voor het aantal dagen dat de kinderen niet aanwezig zijn.
  •  Wanneer de kinderen meer dan de helft van de tijd bij jou wonen, heb je recht ophet tarief voor personen met gezin ten laste voor de hele maand.

Deze site maakt gebruik van cookies om u de beste ervaring op onze site te garanderen.