2.2.0. De zes wettelijke voorwaarden

Laatst bijgewerkt : 01/10/2024

De wet voorziet inzes voorwaardenom recht te hebben op maatschappelijke integratie (zie artikel 3 van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie).

  1. Je moet vast en werkelijkin België wonen (zie 2.2.1. Wat betekent de voorwaarde in België te wonen?);
  2. Je moet hetzij deBelgische nationaliteithebben, hetzij Europees burger zijn (met een verblijfsrecht van meer dan drie maanden), hetzij als vreemdeling ingeschreven zijn in het bevolkingsregister, hetzij erkend vluchteling zijn, hetzij staatloos zijn (Zie 2.2.2. Wat betekent de voorwaarde van nationaliteit of verblijf?);
  3. Je moet meerderjarigzijn (of een zwangere minderjarige, een door het huwelijk ontvoogde minderjarige of een minderjarige met kind(eren) ten laste) (Zie 2.2.3. Wat bekent de voorwaarde van leeftijd?);
  4. Je moet onvoldoende inkomsten hebben(Zie 2.2.4. Wat betekent de voorwaarde onvoldoende middelen te hebben?);
  5. Je moet werkwillig zijn(Zie 2.2.5. Wat betekent de voorwaarde van werkwilligheid?);
  6. Je moet al je rechtenop sociale uitkeringen laten gelden (Zie 2.2.6.Wat betekent de voorwaarde al je rechten te laten gelden?).

 

Subsidiair moet je ook je rechten ten aanzien van je onderhoudsplichtigen laten gelden.

Om recht te hebben op maatschappelijke integratie moet je aan elk van deze zes voorwaarden voldoen. 

Het OCMW kan geen bijkomende voorwaarden opleggen!

Deze site maakt gebruik van cookies om u de beste ervaring op onze site te garanderen.